Esmay en Emma zijn twee jonge meiden die van 21 augustus tot 1 september 2017 mee hebben gedaan aan het CIMT-zomerkamp. Een bijzonder kamp voor jongeren met een minder goede hand. Tijdens het kamp, georganiseerd door de afdelingen kinderrevalidatie van Revalidatie Friesland, het UMCG en Treant, gaan de jongeren met zichzelf en met elkaar de uitdaging aan om hun handfunctie en leerdoelen te verbeteren.
Leerdoelen
Esmay: “Ik had eerst niet zoveel zin, maar vond de eerste week toch wel heel leuk. Enkele leerdoelen heb ik al gehaald: ik kan nu bijvoorbeeld zelf m’n veters strikken. Ook lukt het me om bij iemand anders een staart in haar maken, de 3DS spelcomputer bedienen en te werken met een passer en een geodriehoek. Voorheen kon ik dat niet”. Esmay heeft door een hersenbeschadiging coördinatieproblemen met haar linkerhand. Voorafgaand aan het kamp kon ze vrij weinig met haar linkerhand, maar nu vertelt ze opgewekt over wat ze allemaal wel kan met haar linkerhand.
Van boogschieten tot suppen…
Tijdens de twee kampweken oefenen de jongeren vooral hun minder goede hand. En wel op een leuke manier, bijvoorbeeld door te boogschieten, te suppen en te klimmen. CIMT staat voor Constraint Induced Movement Therapy en betekent intensief éénhandig oefenen. Uit onderzoek blijkt dat deze therapie een positief resultaat heeft op de kracht en het gebruik van een minder goede hand.
Tussen het boogschieten door, één van de activiteiten, vertelt ook Emma over haar ervaringen. “Ik heb cerebrale parese, dit is een hersenbeschadiging die is ontstaan al voor dat ik geboren werd, en kan daardoor mijn rechterhand minder goed gebruiken. Ik kan bijvoorbeeld geen zware dingen tillen. Mijn einddoel voor deze week is dat ik 20 meter met een zware doos kan lopen. Mijn rechterhand is door het vele oefenen van afgelopen week al een stuk soepeler geworden. Ik kan mijn pols nu wel draaien. Het kamp is hard werken, maar ik vind het ook erg leuk en gezellig”.
Meer effect
De jongeren die meedoen aan het kamp doen allerlei activiteiten met hun minder goede hand. Van te voren hebben zij persoonlijke hulpvragen opgesteld. Dit kan van alles zijn, bijvoorbeeld: schoenveters strikken, een zakje chips openmaken of een staart in het haar maken. Tijdens de activiteiten dragen de jongeren soms een ovenwant aan de goede hand. Die hand kan dan nog een beetje worden gebruikt maar de meeste dingen moeten ze met de minder goede hand doen. Behoorlijk intensief dus. “Twee weken elke dag oefenen heeft meer effect, dan wanneer je een of twee keer in de week een uur oefent. Ook is er veel contact met leeftijdsgenoten met een soortgelijke beperking. Het oefenen is voor iedereen even moeilijk. Je helpt elkaar en dat stimuleert en motiveert enorm”: aldus een enthousiaste begeleider.
29 augustus 2017